Het begin en ontwerp

Het Begin
Vanaf het moment dat John DeLorean serieus begon te werken aan de DeLorean Motor Car, moest hij mensen in dienst nemen. Dat was niet eenvoudig omdat hij niet veel kon bieden: geen grote design afdeling.

Toch slaagde hij erin een aantal van de betere mensen aan zich te binden (ook een aantal waarvan hij later spijt kreeg).
Hij richtte een aantal bedrijven op om het productieproces te ondersteunen: zoals Composite Technology Corporation (CTC) met het doel toepassingen te ontwikkelen voor nieuwe constructiematerialen, zoals het Elastic Reservoir Molding process.


DeLorean Motor Company
In oktober 1975 werd de DeLorean Motor Company opgericht, gevolgd door de DeLorean Manufacturing Company verantwoordelijk voor de productie van de auto's. Er kwamen nog andere bedrijven bij om het risico voor investeerders te verminderen.
Bovendien wilde John zijn ideeën ook kunnen verkopen om te laten verwerken in andere auto's.

DMC werkte samen met Allstate Verzekeringen aan een onderzoek naar rentabiliteit van airbags. Daarmee steunden ze DMC bij de ontwikkeling van veiligheid in de auto.

Bill Collins ging voor JZD werken en ontwikkelde samen met John het ontwerp van de auto.


Het kantoor in Manhattan
Een bekend besluit is o.m. het huren van een luxe kantoorruimte aan Park Avenue 280 in New York.
de volgende constructie is wel leuk om te vermelden:
De kantoorruimte was onderdeel van een gigantisch kantoor gehuurd door Xerox Corporation. Xerox had een zeer laag en langdurig huurcontract. Xerox had een deel van de ruimte niet meer nodig, maar mocht de ruimte onderverhuren waarbij de hogere huur naar de verhuurder ging, dus Xerox had geen enkele baat bij een hogere huurprijs dan die ze zelf betaalden. Ook de inrichting was zeer luxe.
Dit luxueuze onderkomen kon JZD huren voor een van de laagste prijzen, maar gaf de onderneming een bijzonder goede uitstraling.


Het Ontwerp

Aandrijflijn in Fiat X1/9
JDZ gaf aan Giorgetto Giugiario van Ital Design een lijst van gegevens waaraan de auto moest voldoen. Enkele ervan zijn: massaproductie, weerstandscoëfficiënt ca. 0,33, elastomere bumper, over de hele linie tegen krasjes of deukjes kunnen, vleugeldeuren, interne afmetingen voor hoofd- en beenruimte, etc, etc.
Terwijl Giugiaro met het ontwerp bezig was nam Bill Collins, z'n ontwerper, Michael Pocobello in dienst. Hij experimenteerde met een aandrijfmechanisme die mogelijk gebruikt konden worden: daarvoor werd een Fiat X1/9 gekocht, de motor eruit gehaald en vervangen door een Ford V6. De prestaties van de auto waren verbluffend. Toch waren er een aantal technische problemen, waardoor het ontwerp niet kon worden toegepast. Wel werd er veel van geleerd: hoe het niet moest!

 

Prototypes
Hier zijn het prototype en een pre-production exemplaar achter elkaar te zien. Let hierbij op de ramen, de velgen, maar ook op de hoogte in vergelijking met onze standaard uitvoering.
Je kunt hier duidelijk het hoogteverschil zien: het pre-production exemplaar is ca. 8 cm hoger dan het prototype. Deze verhoging werd doorgevoerd om de auto aan de veranderde eisen in de US te laten voldoen.
Ook de spiegel is verplaatst en let ook even op de achterzijde.

De Fabriek

Voor de plaats van de fabriek was contact gelegd met verschillende Amerikaanse overheidsinstanties, die subsidies ter beschikking stelden wanneer de fabriek in bepaalde gebieden zou worden neergezet. Deze subsidies konden oplopen tot $40 Milj. Puerto Rico had ook een aantal gunstige condities voor de fabriek.
Bij de uitwerking van Puerto Rico bleek dat nogal wat geld moest worden betaald aan ingenieurs, notarissen terwijl ze daar niets voor terugkregen. Daarmee viel Puerto Rico af.
Op dat moment kregen ze een telefoontje van de Republic of Ireland Development Agencies (IDA) die de voordelen van Ierland op een rijtje zette: ze spreken engels, hebben arbeidspotentieel met ervaring in de automobielindustrie. Snel daarna vlogen ze naar Dublin om de boel te verkennen.
De IDA stelde een oude fabriek voor van Ferenca Cable: een advies bureau werd ingehuurd om e.e.a. te bekijken: de arbeidsverhoudingen waren slecht geweest en Arthur Andersen had grote problemen met de regering.
Inmiddels was het wel duidelijk dat het niets zou worden, maar ze hadden niet veel tijd meer.
JDZ wilde een beeld vormen van de mensen die er zouden gaan werken, dus trok hij door Dublin, sprak de mensen, uitstekende vakmensen die geen werk meer hadden. 
Ze bekeken verschillende plaatsen voor de fabriek, maar de plaats werd bepaald door de Labour regering: een weiland in Dunmurry tussen de katholieke en protestantse wijk in (letterlijk op neutraal terrein), niet direct aan het water voor het transport.
De Engelse Conservatieve partij was het niet eens met de vestiging omdat daarmee de Noordieren daarmee minder afhankelijk werden van de Engelsen. Kortom de Conservatieven waren erbij gebaat dat het zou mislukken, de Labour zou het slagen een troef geven.
Ook in het personeelsbeleid werd de politiek zichtbaar: op alle niveaus moest evenveel protestanten als katholieken worden aangenomen. Ook wilden weinig buitenlandse bedrijven voor ondersteuning naar Belfast.
Kortom, de politieke strijd vergde veel van de kostbare tijd van JZD. De eerste paal werd geslagen op 2 oktober 1978. Ondanks deze problemen stond de fabriek er in recordtijd.
In maart 1981 rolde de eerste auto's van de lopende band.